RAG

                              Episode 6

          Een uur lang had Vincent tevergeefs geprobeerd om de
          herkomst van het geheimzinnige bericht te
          achterhalen.
En toon morgen je ware krachten...
          Daar heb ik dus geen PC voor nodig, bedacht Vincent
          zich en schakelde de
          apparatuur uit.
Zelfde tijd, zelfde plaats...
          Vincent toetste het telefoonnummer van Marlies.

          `Ja?'
          `Hoi, met mij.'
          `Vince, hoi.'
          `Zeg, eh. Wat morgen betreft.'
          `Ja?'
          'Kunnen we iets later gaan eten? Ik heb nog het een
          en ander te doen,
          namelijk.'
          `O. Maar, dan wordt het wel wat laat. Ik weet niet
          of-tie dan nog open
          is.'

          Vincents blik viel op de schets, die hij een paar
          dagen geleden had
          gemaakt van het symbool.

          `Nou, weet je wat? Dan gaan we naar de Mex, daar
          kunnen we vast nog wel
          terecht om tien uur.'
          `De Mex? Volgens mij vind jij dat helemaal niet zo
          lekker.'
          `Tja, soms moet je wel eens wat proberen, niet dan?
          Is het oké?'
          `Ja, best. Kom jij me ophalen dan?'
          `Goed. Tot morgen dan.'

          Vincent sliep erg onrustig die nacht. Het
          onheilspellende gevoel dat hem een paar dagen
          geleden voor het eerst bekroop was sterk
          aangewakkerd, maar hij wist niet waardoor precies.
          Het enige dat hij zeker wist, was dat het niet meer
          weg zou gaan. Het fenomeen "Cinco De Mayo", zijn
          telkens weer doldraaiende PC, en dat gevoel. Het
          stond met elkaar in verband, voelde hij. Wist hij.

          Vincent keek op zijn horloge: half acht. Nog even.
En toon morgen je ware krachten...
Zelfde tijd, zelfde plaats...
          En dan? Zou het zonder slag of stoot gehoor geven
          aan een bevel per e-mail, dat ook nog eens anoniem
          was, niet betekenen dat hij zwichtte voor deze vorm
          van digitale terreur? Dat hij zich na ieder
          plaagstootje dat hem werd uitgedeeld steeds verder
          in een hoekje liet drijven, als hij er niet tegen in
          verweer kwam? Totdat zijn wereldje zo klein werd dat
          hij, murw gemaakt, voor het oprapen lag,
          overgeleverd aan wie weet wat voor digitaal tuig?

          En wis dit bericht na het gelezen te hebben.

          Niet, dus.

          Nogmaals keek Vincent op zijn horloge: vijf voor
          acht. Bijna "tijd"! Hij wist waar hij verwacht werd
          over vijf minuten. Maar in plaats van zich in de
          digitale arena te melden liet hij zijn PC
          onaangeroerd, ja, ging zelfs zover de stekker uit
          het stopcontact te halen. Belachelijk idee,
          natuurlijk. Toch deed hij het. Waren de krachten
          tegenover hem onlogisch en ongrijpbaar, dan hij ook.

          De telefoon eruit getrokken, het licht gedempt, de
          hoofdtelefoon opgezet en de CD "You've come a long
          way, baby" van Fat Boy Slim op een vet volume, en
          tegen negen uur opende Vincent zijn ogen weer, uit
          zijn trance gehaald door de stilte die weer tot zijn
          suizende oren begon door te dringen.

          Stilte?

          Dat was de deurbel. Als door een stroomstoot trok
          Vincent de hoofdtelefoon van zijn hoofd en schoot
          overeind. Maar op weg naar de voordeur hield hij in.

          Opendoen? Of juist niet?

          Dat kon wel ik-weet-niet-wie zijn, en wie weet hoe
          weinig zin hij daarin zou kunnen hebben. Aan de
          andere kant, misschien was het Marlies. Maar hij zou
          haar ophalen, en niet andersom. Dat kon dus niet.

          Nogmaals ging de bel. Een kort, beschaafd belletje.
          Natuurlijk was het Marlies! Ze was waarschijnlijk
          ongeduldig geworden en alvast zijn kant opgekomen.
          Niet eens zo'n gek idee. Het was tenslotte al negen
          uur. De muziek had hem volledig opgeslorpt.

          Hij zette de voordeur op een kiertje keek naar
          buiten. Daar stond een man. Klein postuur, donker
          haar, en een snorretje. De man had van Marlies
          weinig weg.

          `Hè?'

          Vincent zette de deur verder open en nu er meer
          licht op hem viel herkende hij de man.

          `Bent u niet... van de Mexicaan?'
          Veel zinnigers wist Vincent niet uit te brengen,
          overdonderd als hij was.
          `Ja, helemaal goed. En u vraagt zich af, waarom komt
          man van Mexicaans restaurant naar hier toe.'
          `Inderdaad. Wat...'
          `Bent u, eh, alleen op dit moment?'
          `Op dit moment wel, maar...'
          `Goed. Goed.'
          De Mexicaan deed een stapje naar voren en stond nu
          met een voet op de drempel. Vincent maakte geen
          aanstalten de deur verder te openen.
          `Dan wilde ik u even onder vier ogen, als dat kan.'
          `Maar helaas sta ik op het punt om weg te gaan. Kan
          het misschien een andere keer?'
          `Het duurt niet lang. Is voor u wel belangrijk ook,
          moet u weten.'
          `Wat kan dat voor belangrijks voor mij zijn dat ik
          er een afspraak voor laat uitlopen?'
          De Mexicaan haalde een papier uit zijn achterzak en
          vouwde het open.
          `Dit.'

          Vincent wankelde en hield zich aan de deurpost in
          evenwicht. Het was het "Cinco de Mayo" symbool.