TWAALF VIJFENZESTIG
          
          ‘Zegeltjes erbij meneer?’
             ‘Nee, dat hoeft niet.’
             In gedachten zie ik ons door een prachtig landschap
          rennen. Het is er ongerept, er hangt een lente-achtige
          sfeer. Zij pakt mijn hand en ik de hare als we ons
          bewegen over velden, door bossen en langs wateren.
             Dan staan we stil. De grootsheid van dit spontane,
          simpele samenzijn brengt mij in verrukking. Langzaam
          breng ik mijn handen naar haar gezicht en strijk met
          een vloeiende beweging haar haar naar achteren, terwijl
          ik mezelf zachtjes tegen haar aandruk. Ik voel haar arm
          om mijn middel glijden wanneer ik aanstalten maak, haar
          een zoen te geven op haar linkerwang. Dan hoor ik haar
          iets fluisteren.
             ‘Twaalf vijfenzestig alstublieft.’
             ‘O. Eh... Wilt u er vijftien cent bij, misschien?’
             ‘Nee, dat hoeft niet. Laat u maar.’


Lêstafel
Leestafel
Reading-table

Werom / Terug / Back