RAG Episode 4 Ergens in de verte hoorde Vincent een geluid dat min of meer leek op dat van zijn deurbel. Het geluid galmde door zijn droom en zwol aan tot een vage kakofonie van onsamenhangende geluiden. Instinctief probeerde hij het te negeren, maar op het moment dat hij zich realiseerde dat het geluid wel degelijk zijn deurbel was, ontstond er een sterke aantrekkingskracht vanuit zijn bewustzijn. Het ontwaken uit de diepe droom was onomkeerbaar, zijn droomwereld sijpelde weg in de gaten die door de werkelijkheid geslagen waren. Stapvoets drong de omgeving van zijn woonkamer tot hem door: de bank waarop hij sliep, de deken naast hem op de grond, een streepje daglicht langs de gordijnen en het tintelende gevoel van een slapende arm. De deurbel liet zich weer gelden. Vincent had moeite om zijn beide ogen te openen, en met het ene nog dicht strekte hij zijn lichaam, wat niet meeviel. Strompelend bereikte hij de voordeur. ‘Hoi, ken je me nog?’ De ironie van deze opmerking ontging hem geheel. Hij wreef zijn andere oog open en zag de glimlachende jonge vrouw al een stuk minder wazig. ‘Oh, eh, Marlies… Neem me niet kwalijk, ik…’ Vincent herkende zijn eigen stem amper. ‘Kom binnen. Maar, ehh…’ ‘… let niet op de troep, zeker?’ Marlies opende de gordijnen en Vincent sloot weer zijn ogen. ‘Weet je,’ sprak Marlies, terwijl zij een koffiefilter openvouwde, ‘dit is de eerste keer dat ik hier kom, dat HIJ niet aanstaat.’ Ze wees naar Vincents computer. Nog steeds was ironie niet besteed aan de ontwakende Vincent. ‘Voeg daarbij dat ik al drie dagen niets van je gehoord heb, en ik ga me bijna zorgen maken om je.’ De koffie deed hem zienderogen goed. Als herboren, maar nog niet omgekleed, zat hij met Marlies aan het keukentafeltje, zich excuserend dat hij haar niet had gebeld of bezocht. Vincent had haar een paar weken geleden ontmoet. Hij was naar de chinees gegaan, en eenmaal thuis bleek dat hij de verkeerde maaltijd in zijn tas had zitten. De chinees zit om de hoek en mihoen met gado-gado zag hij echt niet zitten, dus liep hij terug naar het restaurant, om het misverstand recht te zetten. Marlies stond daar ook, met zijn nasi. Op haar uitnodiging hadden ze samen de maaltijd genuttigd bij haar thuis, eveneens niet ver uit de buurt van de chinees. Marlies was in vele opzichten een tegenpool van Vincent. Ze was attent, paste goed op zichzelf, carričrebewust, extrovert. Maar ze konden het goed met elkaar vinden en zagen elkaar vrijwel dagelijks. ‘Vastlopen? Geen foutmelding?’ Marlies was geen leek op computergebied, en kon een aardig woordje meespreken met Vincent. ‘Ja, een paar keer gebeurd.’ ‘Kom op, Vince. Die software op jouw pc, net als op zovele pc’s, vertoont nou eenmaal een hoop mankementen. Om een paar vastlopers in drie dagen hoef je je toch zeker geen zorgen te maken? ‘Ja, dat weet ik, maar…’ ‘Ik kan me voorstellen dat het vervelend is, maar ja, als je je echt zorgen maakt… Ik wil je pc wel meenemen en na laten kijken op kantoor. Misschien zit er wel een echt hardware defect in.’ ‘Is wel aardig van je, Marlies.’ Vincent stond op en schuifelde peinzend door het vertrek. ‘Maar, dat is niet nodig. Ik denk niet dat er iets fout is met die pc. Nee, er is iets anders aan de hand.’ ‘Iets anders? Een virus, misschien?’ ‘Neenee. Het lijkt wel of die vastlopers… speciaal voor mij bedoeld waren.’ ‘Huh? Je bedoelt dat iemand jou via het net bewust zit te treiteren? Te terroriseren? Dat moeten we makkelijk kunnen opsporen, lijkt me. Zal ik…’ ‘Nee, meid, ik denk niet dat dat nodig is. Nee, het lijkt wel of iemand mij iets wil zeggen, of iemand mij ergens bij wil betrekken.’ ‘Wel een vreemde manier, dan.’ Vincent pakte een hand van Marlies vast. ‘Marlies, wist je dat een heleboel organismen op een bepaalde manier aan kunnen voelen, dat hun dood, hun einde nabij is? Een soort zesde zintuig? Een onderontwikkelde voelspriet in een andere dimensie?’ Een ander verschil tussen Vincent en Marlies. Vincent was nogal een zwever. Zijn fantasie was groter dan zijn realiteitszin. Marlies raakte enigszins bezorgd over zijn laatste opmerking. ‘Nee, niet bij mezelf, Marlies. Niet bij mezelf…’ Er viel een korte stilte. ‘He, Vince. Ik maakte me echt zorgen over je. En terecht, zoals ik nu zie. Ik was zelfs een beetje bang… voor ons. Ik bedoel, je hebt drie dagen niks van je laten horen.’ Marlies sloeg even haar ogen neer en sprak verder. ‘Als er iets is, dan kun je altijd bij me terecht. Ik wil gewoon dat je dat weet, Vince.’ Vince legde zijn gezicht tegen het hare. Enige tijd later schakelde Vincent zijn pc aan. Zowel hij als Marlies zagen hoe vrijwel onmiddellijk na het aanschakelen het scherm de mysterieuze afbeelding vertoonde. ‘Er is iets met jouw pc, Vince…’ Op het moment dat Marlies deze woorden uitsprak, realiseerde Vincent zich, als bij donderslag, een merkwaardige toevalligheid. Onmiddellijk daarna verbazing, dat hij dit niet eerder had bemerkt. Zij is jarig op… 5 mei