OH MY DEAR
          
          Hij zag haar in de verte staan, midden in de weide.
          Aarzelend liep hij naar haar toe. Toen hij bijna bij
          haar was, draaide zij zich om.
             ‘Jij maakt mij niet wijs dat je hier op de trein
          staat te wachten,’ waagde hij.
             ‘Probeer niet komisch te zijn, Hans. Dit is
          doodserieus.’ Ze streek met haar ranke hand door haar
          weelderig blonde haar en veegde de verzamelde
          hoeveelheid roos aan de binnenkant van haar trui af.
             ‘Weet ik wel, Anoline. Maar daarom hoef je toch niet
          meteen zo te reageren? Kon ik van tevoren weten dat ze
          dat spul per pak van twaalf verkochten?’
             Anoline probeerde een traan te verbergen door
          overdreven wild en ongecontroleerd met haar fraaie
          Hemawimpers te wapperen. ‘Dat is het niet, Hans, en dat
          weet je best wel.’
             Hans plantte zijn forse handen op de tere
          schoudertjes van zijn Anoline. Ze schokte en hapte naar
          lucht onder zijn aanraking.
             ‘Misschien heb je gelijk, Ano,’ begon Hans, ‘we
          moeten het anders aanpakken.’ Hij pakte haar teder vast
          en keek haar diep in de vochtige, bruine ogen. Langzaam
          haalde hij iets uit zijn binnenzak tevoorschijn. ‘Hier,
          voor jou.’
             Anoline keek verrast op en nam het pakje aan. ‘Oh
          Hans, je bent heel lief voor mij, echt waar...’ Met een
          flinke blos op haar wangen betastte ze het pakje en
          keek Hans diep in zijn ogen. Ze liet het pakje uit haar
          handen vallen en wilde bukken om het op te rapen, maar
          Hans hield haar tegen. ‘Ho ho, dat doe ik voor je.’
             ‘Oh Hans...’
             Terwijl Hans haar het pakje aanreikte, vervolgde
          hij: ‘Heb je je een beetje vermaakt vanmiddag, bij
          Jeroen?’
             Met een ruk maakte ze zich los uit zijn tedere
          greep, draaide zich om en liep een paar passen bij hem
          vandaan. ‘Hans, hou ermee op. Ik heb genoeg van dit
          gedoe, alsjeblieft!’
             ‘Alles wat ik wil, is dat jij van me houdt,
          Anoline.’
             Anoline keek hem met smekende ogen aan. ‘Je weet hoe
          ik erover denk, lieverd. Ik houd veel van je, maar ik
          sta voor een dilemma. Je moet me helpen.’
             ‘Oké, natuurlijk, ik houd immers ook veel van jou.
          Maar over welk dilemma praat je dan?’
             Anoline had kennelijk niet in de gaten dat Hans naar
          de bekende weg vroeg. ‘Hans, jij bent voor mij het
          einde, maar ik kan geen vervanger voor Mario zijn, dat
          kan ik niet, Hans.’
             Hans dacht aan de warme, zachte handen van zijn
          overleden vriend. ‘Dat kan je wel, Anoline, dat kan je
          wel.’
             Dikke tranen biggelden over Anoline’s wangen.
             ‘Toe nou, Ano, niet zó doen. Kom op, je weet toch
          wat we straks zouden doen?’
             Deze woorden schenen haar tranenvloed te temperen.
             ‘Kom, Anoline, ik vergeef je. Kom met me mee en
          laten we...’
             Hans kon zijn zin niet afmaken. Anoline viel met een
          oprechte klap in zijn forse, gespierde armen. De
          romantische omhelzing die volgde was voor Anoline
          genoeg, zichzelf volledig te verliezen.
             ‘Oh, Hans...’
             Hans verstevigde zijn greep en glimlachte.
          
          Jean-Paul, de regisseur, verloor zijn zelfbeheersing en
          sprong van de verhoogde regisseursstoel af.
          ‘Godverdomme Hans, hou hierme op!’
             Op een gebaar van Jean-Paul stopten de camera’s hun
          opnamen. Met onzekere passen liep Jean-Paul naar zijn
          geliefde. Hans sloeg zijn armen om hem heen en kuste
          hem op de mond.
             ‘Ik kan het niet aanzien, Hans, hoe jij een vrouw
          kust.’
             Hans verstevigde zijn greep.
             ‘Ohh Hans, ik kan het niet aan.’
             ‘Rustig nou, Jeepee, ik houd van jou als geen
          ander...’
             Hans streelde met zijn hand zachtjes over de rug van
          zijn vriend.
             ‘Ohh Hans, oh jongen toch...’ zwijmelde Jean-Paul.
          Hij zuchtte in Hans’ oor en een traan van verliefdheid
          kroop langs zijn blozende wang.
          
          Met een schok draaide Frans zich om. Jezus, wat was dít
          een pestdroom. Snel opende hij zijn ogen. Een tevreden
          glimlach verscheen op zijn gezicht, toen hij zijn
          eigen, lieve Hans ronkend naast zich zag liggen.


Lêstafel
Leestafel
Reading-table

Werom / Terug / Back