Soms gebeuren er in het leven dingen die zo merkwaardig
zijn, dat je geneigd bent, iedere gedachte aan toeval
opzij te zetten en sterker te gaan geloven in het idee
dat er iets hogers moet zijn dat ons allen leidt.
ENOWANDA
Een volgepakte trein nodigt niet uit tot het voeren van
een gesprek met een medereiziger, maar ’s avonds, als
treinreizen een eenzame bedoening is, wil het wel eens
gebeuren dat iemand een gesprek met je begint.
Op een keer reed ik huiswaarts, vergezeld van een mid-
dertiger, wiens wallen onder zijn ogen verrieden dat
hij de nacht tevoren niet geslapen had. Ik zag aan hem
de drang om met me te praten, en hij scheen aan te
voelen dat ik bereid was te luisteren. Alsof het de
gewoonste zaak van de wereld was, begon hij een
gesprek.
‘Soms keert de wereld zich tegen je, beste man. En
dat gebeurt op subtiele wijze.’
De reis duurde nog lang en ik knikte, ten teken dat
ik bereid was, ook de rest van zijn verhaal aan te
horen.
‘Het begon ergens in mijn dagelijks patroon. Na m’n
werk bracht ik een bezoek aan het sigarenwinkeltje om
de hoek. Het was tot mijn gewoonte gaan behoren, daar
iedere dag mijn avondkrantje te gaan halen. Ik bleek
die keer de enige klant te zijn, zodat het wel zou
uitdraaien op het sociale praatje dat ik met het oude
vrouwtje pleeg te maken wanneer ik de enige klant ben.
En inderdaad. Aan de manier waarop het vrouwtje naar de
toonbank toeliep, was al af te lezen dat ik hier
voorlopig nog niet weg was. Ik hoefde niet te zeggen
waarvoor ik kwam; het vrouwtje liep automatisch naar de
standaard met mijn avondkrant erin, haalde er een
exemplaar voor me uit, maar legde deze nog niet voor me
op de toonbank neer, om zodoende te voorkomen dat ik,
zoals de meeste van haar klanten, zou betalen en
verdwijnen zonder daar op zijn minst een praatje van
een minuut of langer tegenover te stellen.
”U heeft het vast ook al gehoord, van de
Vermeulens?” begon ze. O nee, geen geroddel, dacht ik.
Ik vroeg me af, hoe vaak IK in dat winkeltje al
onderwerp van gesprek zou zijn geweest en welke onzin
over MIJ daar al de revue zou zijn gepasseerd.
”De Vermeulens?” reageerde ik lauwtjes. Ik HEB
gewoon iets tegen geroddel.
”Ja, de Vermeulens. U kent ze toch wel? Het zijn
zowat buren van u.”
De Vermeulens woonden twee deuren verder. Enowanda
en ik gingen regelmatig bij hen op de koffie en zij
kwamen ook bij ons over de vloer. Ik vroeg me af waar
ze het aan verdienden, tot onderwerp van lokale roddel
te worden gebombardeerd.
”Meneer en mevrouw Vermeulen ken ik wel, ja.”
” ’t Is verschrikkelijk wat daar is gebeurd,’
vervolgde het vrouwtje. ”Zulke keurig nette mensen en
dan zóiets... U weet het nog niet, meneer Gaalman?”
Ik schudde mijn hoofd.
”Mevrouw Vermeulen, ze is gisterenavond overleden.”
Ik reageerde ontzet. De vrouw vertelde me, dat er
sporen van gif in haar lichaam gevonden waren. Een raar
gevoel bekroop me. Ella Vermeulen vergiftigd!
”En het ergste is,” vervolgde ze, ”dat meneer
Vermeulen op dit moment vastgehouden wordt op het
politiebureau. Vindt u het niet verschrikkelijk?”
Ik kwam niet verder dan wat onhandig gestamel en zag
de avondkrant opeens voor me op de toonbank liggen.
Voordat ik haar het geld gaf, sprak ze een aantal
woorden die ik me nog heel duidelijk weet te
herinneren. Ze zei: ”Je kunt vandaag de dag niemand
meer vertrouwen. Zelfs in je eigen echtgenoot kan de
duivel schuilen. Laat het ons een les zijn!” ’
Het verbeten gezicht van mijn medereiziger tuurde met
holle ogen naar buiten, toen we op een klein station
stopten.
‘Na de ervaring in het sigarenwinkeltje verslechterde
mijn stemming, vlagen nare herinneringen kwamen boven
en er kwam een matte gelatenheid over me heen.
Bovendien voelde ik een hoofdpijn opkomen. Ik nam me
voor, direkt na thuiskomst mijn bed op te zoeken.
Enowanda zou het me niet kwalijk nemen dat ik het
avondmaal liet staan.
Ondanks het feit dat het al aan het schemeren was,
had Enowanda de lichten nog niet aangedaan. Ik
parkeerde de auto en liep naar de voordeur. Iedere stap
die ik zette, veroorzaakte een hevige pijnscheut onder
mijn hersenpan. Toen ik de huissleutels uit mijn zakken
opdiepte, verwijderde zich een inktzwarte
mannetjesmerel wild fladderend uit het kleine
vogelhokje dat ik jaren geleden met veel zorg aan de
buitenmuur bevestigd had. Ik keek door het gaatje en
zag vier eitjes. Hoe zou het komen, dacht ik, dat dit
pas de tweede vogel in twaalf jaar tijd was, die mijn
hokje tot broedplaats uitverkoos? Omdat het niet
waterpas hing misschien? Ja, het hing inderdaad
behoorlijk scheef. Ik draaide het hokje met beide
handen recht en bekeek het resultaat. Prima, dacht ik
tevreden, het moet zo heel wat gerieflijker broeden
zijn. Intussen was het vrouwtje aan komen vliegen en op
een boomtak neergestreken. Zodra mijn aanwezigheid haar
niet langer hinderde, zou zij het broeden voortzetten.
Ik besloot dan ook, haar hiertoe de gelegenheid te
bieden en naar binnen te gaan. Toen ik de sleutel in de
voordeur stak, zag ik, hoe de vrouwtjesmerel zich uit
de boom verwijderde en naar het vogelhokje vloog. Het
schouwspel dat volgde, was even verbazingwekkend als
onthutsend. Het hokje, dat al die jaren als
vanzelfsprekend was blijven hangen, bleek na mijn
corrigerend tikje niet meer in staat, het gewicht van
een merel te dragen. Op het moment dat de vogel er
landde en zich door de opening naar binnen werkte, brak
de bevestiging en kwam het anderhalve meter lager met
een doffe klap op het grind terecht. Het vrouwtje
vluchtte luid krijsend; op de grond, naast het gevallen
hokje, lagen vier kapotte eitjes... Ik slikte en ging,
terwijl ik naar mijn zwaar bonzende hoofd greep, naar
binnen. Mijn vrouw was er niet. Zou ze misschien bij de
buren zitten, pratend over de gebeurtenis bij de
Vermeulens?
Ik wist wel beter. Alles wees in die richting. Ik wist
dat ze weg was. En het briefje lag er ook. Een paar
overduidelijke woorden. Ik zou haar nooit meer zien.
Door tranen heen zag ik vaag, hoe de kat met een
fanatieke sprint een porseleinen vrouwtje in duizend
scherven veranderde. Het mannetje stond er nog.
Wellicht zal de kat ook dat beeldje doen vallen.’
De trein stopte en voordat ik er erg in had, was de man
verdwenen.
Lêstafel
Leestafel
Reading-table
Werom / Terug / Back